11 juli 2015
Eens in de zoveel tijd kom je een uitspraak tegen die je raakt. Een uitspraak waarvan je weet dat je die de rest van je leven bij je zult dragen, die je koestert. Internet wordt volgepropt met ´inspirational quotes´, die fungeren als hedendaagse wandtegeltjes. Af en toe weet zo’n spreuk me tot een glimlach te verleiden, of een strijdbaar ‘En zo is het maar net!’. Soms ‘like’ ik hem dan, of deel hem voorzien van commentaar. Maar veruit de meeste van die semi-diepzinnige spreuken vind ik zoetsappig, oppervlakkig, een open deur, of ronduit zum kotsen. Maargoed, ieder z’n smaak en niveau, denk ik dan maar. De meeste van die spreuken vergeet je direct en zie je nooit meer terug.

Maar eens in de zoveel tijd komt die ene spreuk voorbij die je niet meer loslaat. Die ene spreuk die steeds opnieuw in je gedachten verschijnt. Waar je om blijft glimlachen, of waar je zelfvertrouwen van krijgt iedere keer dat je eraan denkt. Waardoor je een nieuw inzicht hebt verkregen of waardoor je gesterkt wordt in je zijn. Waar je troost uit kan putten of waar je hoop van krijgt.
Je snapt het; Ik ben laatst op zo’n spreuk gestuit die me bij blijft. Ik zag hem niet eens op internet, maar hij kwam toevallig voorbij op mijn werk. Collegaatje M. had hem gebruikt en collegaatje L. was daar zo enthousiast over dat ze me erover vertelde. Sindsdien komt ‘ie een paar keer per dag in me op en moet ik steeds weer lachen. Ik weet niet eens in welke context hij is gebruikt en met wie, maar dat doet er ook niet toe. Hij spreekt voor zich.
Ik waarschuw je; het is geen standaard spreuk. Maar dat is waarschijnlijk de reden dat ik hem onthoud. Hij is niet diepzinnig en het bied me weinig hoop. Ik vind hem vooral ont-zet-tend grappig. Zo grappig dat ik regelmatig een binnenpretje krijg dat er stiekem weleens uitkomt. Zo zit ik dan in m’n eentje te grinniken in de auto, aan m’n bureau, of terwijl ik de badkamer aan het poetsen ben. En een spreuk die me kan laten giechelen als ik de badkamer aan het poetsen ben, die wil ik nooit meer kwijt. En daarom zie ik het als mijn plicht om hem met de wereld te delen. Misschien dat hij jou ook een keertje laat gniffelen tijdens het strijken, of als je in een saaie vergadering zit.

Eigenlijk is het niet eens een spreuk maar meer een manier om aan te geven dat iemand een triest figuur is. Een spelbreker. Een droeftoeter. Iemand die problemen ziet in plaats van oplossingen. Waarbij het glas halfleeg is in plaats van halfvol. Die bij ieder idee zegt dat het toch niet kan lukken. Die daarom niets nieuws probeert en anderen daarin remt. Een droefsnoet van de bovenste plank.
En wat zeg je vanaf nu tegen zo’n persoon, waarmee je eigenlijk het beste medelijden kunt hebben?
Komt ie dan hè: ‘Zeg, jij bent echt zo iemand door wie de wave stopt.’

Stel je even voor; Je zit bij een voetbalwedstrijd. Er wordt gescoord, het halve stadion gaat uit z’n dak en er wordt een wave ingezet. 20.000 man staat na elkaar op met de handen in de lucht, ondertussen een enthousiast ‘Yeeeeeaaaaaah!!!’ uitschreeuwend. En dat jij dan niet opstaat. Niet omdat je dat niet kunt, maar omdat je daar even geen zin in hebt. Het is gewoon even niet je momentje. Het is niet zo je ding. En dat dus door jou de wave stopt. Nou, zo’n persoon dus.

En als ik dan zo’n bui heb waarin ik me rot voel over mezelf, of als ik mezelf weer eens te dik vind… Als ik me in een enthousiaste flapuit-bui weer eens in de nesten heb gewerkt en me afvraag of mijn aanwezigheid de wereld wel goeds doet…

In zo’n bui denk ik dan: ‘Kom op Harmsen, het kan altijd erger. Je kunt ook altijd nog zo iemand zijn door wie de wave stopt!’ En verdomd dat helpt.