6 oktober 2016.

Ik heb naar deze dag uitgekeken. Een periode van meer dan vijf jaar zal worden afgesloten. Na veel geregel en geduld maar ook wederzijds begrip, ben ik er helemaal klaar voor. Nee, ik ben er aan toe. Vanaf vandaag zal ik een echte ´independant woman´ zijn. Volledig verantwoordelijk voor mijn eigen huis en niets en niemand om verantwoording aan af te leggen. Tijd om afscheid te nemen van wat is geweest, en te omarmen wat komen gaat.

Vanochtend stond ik op met Queen´s ´It´s a beautiful day´ in mijn hoofd. Ik was vroeg wakker en voelde me net die zeehond uit de reclame. Een zee aan kansen en mogelijkheden strekt zich voor me uit. Enkele minuten twijfelen voor mijn kast leverde een donkerpaarse kokerrok met hoge hakken op. Ingetogen maar vrouwelijk. Zelfverzekerd. Boven mijn dagelijkse bakje yoghurt mijmer ik over het gevoel dat ik zal hebben als ik later die dag mijn handtekening zet. Hoe opgelucht ik me zal voelen.

Maar ik krijg geen hap door mijn keel. Gedurende de dag zie ik er steeds meer tegenop. De tijd vliegt en kruipt tegelijk. Ik ben er nooit aan begonnen om het te laten eindigen, maar het was noodzakelijk. En hoe zeer ik achter mijn keuze sta, vandaag is niet gemakkelijk.

Kwart voor vier. Terwijl ik in de auto stap check ik nogmaals of ik de post en het squashracket wel heb meegenomen. Tien minuten later zit ik samen met hem aan tafel in de wachtruimte. Met hem waar ik zo lang lief en leed mee heb gedeeld. Slechts twee jaar geleden zaten we hier ook, toen met een heel ander doel. Het ligt als een steen op mijn maag. We wisselen beleefdheden uit en bespreken onze plannen. Dat hij een nieuwe start maakt met een andere baan in een andere stad. Dat het goed gaat op mijn werk en ik bijna vakantie heb. Ik ben blij en trots dat hij zijn hart volgt. En gelukkig dat we beiden ons leven oppakken en verder gaan.

We doen luchtig, maar voelen het drukkende ongemak. Flauwe grapjes passeren de revue, maar echt gelachen wordt er niet. Na een half uur is het in kannen en kruiken. Na een ferme handdruk lopen we met onze enveloppen onder de arm gezamenlijk naar buiten.
´Alsjeblieft, je squashracket. De post zit in de hoes. En even over de ANWB…´ Ik hoor mezelf verder praten over futiliteiten, alsof we niet zojuist al die jaren hebben afgedaan met een lullige handtekening in een tenenkrommende situatie, met een notaris die ik nota bene ken uit de kroeg. Waarvan ik overigens blij ben dat ze er was, want ze was duidelijk en voelde de situatie feilloos aan.
Hij wil me een knuffel geven, maar ik geef drie zoenen. ‘Dag schat’, zegt hij, en gaan ieder ons eigen weg. Dat was het dan.

Terug in de auto vecht ik tegen mijn tranen, maar verlies. Bij binnenkomst trekt collegaatje L. mij en mijn betraande hoofd het archief in en geeft me een dikke knuffel. Wat fijn, en zo nodig. Ik laat mijn tranen even de vrije loop maar herpak mezelf snel. Al was het zwaar, er is zojuist is goeds gebeurd. Ik droog mijn tranen en loop de trap op naar mijn computer. Met iedere trede voel ik me sterker.

Vandaag is de eerste dag van de rest van mijn leven.
Ik kijk mijn toekomst recht in de ogen en zie een leven lang lol, liefde, vertrouwen en geluk.