10 januari 2011.
Gisteren met vriendinnetje I en vriendinnetje D sushi gegeten bij A1 Plaza in Amersfoort. Behalve dat dat heel erg gezellig was (lots of catching up to do!) en natuurlijk heel erg hip, was dat ook heel erg lekker. Toegegeven, A1 Plaza klinkt niet echt uitnodigend. Het klinkt zelfs een beetje als een afwerkplek naast de carpoolparkeerplaats. En de locatie, aan de snelweg tussen MacDonalds en Van der Valk, voorspelt ook weinig sfeer en warmte. Maar eenmaal binnen, voorbij die receptie met onpersoonlijke Aziaten, kom je in een zachtverlichte zen-achtige ruimte en vlei je je heerlijk neer in royale felrode leren fauteuils aan wengé tafels. Ok, de stoelen zijn een beetje te diep en een beetje te breed voor de tafel, maar het ziet er mooi uit dus ik word er blij van.

Je gaat zitten en begint aan de dappere strijd die ‘onbeperkt-sushi-eten’ heet. Nouja, onbeperkt kun je het niet echt noemen. Er zitten namelijk meer regels aan dit ‘onbeperkt’ dan ik criteria stel aan een potentiële nieuwe Mr. Marissa, maar eerlijk is eerlijk, je kunt meer dan genoeg eten… Met als gevolg dat je aan het einde van de avond nauwelijks meer je stoel uit kunt komen. Alleen jammer dat je die onpersoonlijke Aziaten ook weer terugziet aan je tafel…

In een restaurant vind ik het namelijk prettig als de serveerster in ieder geval doet alsof ze het werk leuk vindt. Ik stel het op prijs als iemand vraagt of alles naar wens is, en dat iemand dat dan meent… Nu snap ik dat in zo’n Japanse setting enigzins exotisch uitziende medewerkers de voorkeur genieten, maar is het niet belangrijker dat je personeel de gast (mij dus) een fijne avond bezorgt, in plaats van dat ze in het plaatje past? Dat ons Chineesje moeite had met het uitspreken van Livella en Spla Belauw was nog wel charmant, maar dat ze na 2 minuten niet meer wist wie de Livella en wie de Spla Belauw had besteld en dat na 3 rondjes nog steeds niet, was ronduit irritant. En dat is allemaal te vergeven, als ze er maar niet zo chagrijnig bij had gekeken!

Als je het mij vraagt moet je in de horeca dus niet doen aan type-casting. Dat is in een soap al gevaarlijk, laat staan in je restaurant. Dan krijg je voorbeelden als Jimmy Geduld, je weet wel Arthur-het-excuus-chocolaatje uit het vroege GTST die eigenlijk niet zo’n heel goede acteur was. Het chocolaatje is tegenwoordig makelaar… En dat is dus niet voor niets! Natuurlijk is de horeca ook een beetje acteren, en net als voor acteren heb je hiervoor ook talent nodig.

De horeca is een vak, mensen. Een ambacht. De authentieke horeca-collega heeft niet alleen een magische glimlach op het eigen gezicht, maar vooral de gave om bij de gast een glimlach op het gezicht te toveren. En dat hoeft niet alleen in café, bar of hotel te zijn, deze tovenaars en feeën kom je ook sporadisch tegen bij Albert Heijn, of laatst in de Shoe Outlet in Breda. Nee Chineesje, als je pas bij de betaling vriendelijk pepermuntjes uitdeelt ben je te laat. Een principe dat in Nederland vooral onder de rivieren begrepen schijnt te worden. Daarboven is tafels bedienen vooral voorbehouden aan brakke studenten die willen bijverdienen. Maar hoe zuidelijker je komt, hoe meer er horeca wordt bedreven. En dingen bedrijven doe je meestal met passie… toch?

En zo hoort het… De horeca kan zo mooi zijn!