27 december 2013.
Lieve Irene, Gerwin en Isabelle, lieve Joeri, lieve Nicole, Léon, Gypsy en Ninja, lieve Diana, Nick en Morris, lieve Martijn en Laura, lieve papa en mama; Via deze weg wil ik jullie graag hartelijk bedanken voor jullie kerstkaartje. Ieder jaar neem ik me weer voor om geen kerstkaartjes te sturen en ieder jaar doe ik het toch. Behalve dit jaar. En gefeliciteerd, ik voel me toch een partij schuldig!

Stiekem dragen kerstkaartjes flink bij aan de voorpret van kerstmis. Bij thuiskomst zie ik zo’n gekleurd envelopje uit de brievenbus steken. Meteen bekijk ik deze nauwkeurig en probeer het handschrift te herkennen. Meestal lukt dat jammer genoeg, waardoor de verrassing er al een beetje vanaf is. Maar ik ben nog steeds benieuwd naar het kaartje en of ik het goed geraden heb. Zoeken naar een brievenopener duurt te lang, dus snel scheur ik het eerste hoekje van de flap. Ik steek mijn wijsvinger in de envelop en rits de bovenkant met lelijke grove rafels open. Maar, open is open! Vol spanning haal ik het kaartje eruit en valt de envelop de op grond. Meestal krijg ik iets met diertjes met sjaaltjes en mutsjes in de sneeuw, en dat is natuurlijk ook het allerleukste. Ik lees de namen en met een beetje geluk de persoonlijke boodschap. Met een warm gevoel van ‘wat leuk dat die persoon aan me heeft gedacht’ zet ik het kaartje op mijn dressoir. Zo af en toe loop ik dan langs en lees ze nog eens. Gezellig.

En dit jaar heb ik er dus voor gekozen om mijn vrienden en familie datzelfde plezier niet te gunnen. Dat kon namelijk niet, want… Ik had het namelijk ontzettend druk met… Nee, ik heb eigenlijk helemaal geen excuus. Ik had er gewoon geen zin in.

Het was heerlijk om me geen zorgen te hoeven maken over wie ik wel of geen kaart zou sturen. Me niet bezig te houden met het feit dat ik 34 kaarten verstuur maar dat de eerste kaart die ik ontvang altijd van iemand is die net niet op mijn lijstje stond. Dat deze persoon nooit zijn postcode achterop de kaart zet, waardoor ik geen idee heb naar welk adres het retourkaartje mag… Als ik nog postzegels heb tenminste. Want die krengen koop je per 20, dus met 21 kaarten ben je de sjaak.

Dan moet je dus kaartjes persoonlijk door de brievenbus doen, liefst onopgemerkt. Want hoe ongemakkelijk is het als je je vrienden op de bank ziet zitten, jij alleen even dat kaartje door de bus doet, uit beleefdheid toch maar even zwaait en weer weggaat? ‘Kom dan even binnen’ hoor je je vrienden denken vanaf de bank. Maar als je dat kaartje in hun handen drukt had je eigenlijk geen kaartje hoeven schrijven toch? Dan kun je iemand ook persoonlijk een fijne kerst wensen. Prettig om me niet bezig te houden met wat ik erin moet schrijven. ‘En een pootje van Zaznoba’ en dan zo’n kattenpootje erbij tekenen? Moet er bij iedereen een persoonlijke boodschap bij? Kom ik weg met ‘Aju paraplu, Niels & Marissa’? Kortom, wat een toestand…

…Had ik het dit jaar ook maar gewoon weer gedaan. Want die toestand is niet half zo lastig als het schuldgevoel dat me bij ieder ontvangen kaartje bekroop. Zal ik niet toch…? Maar ik heb het niet gedaan. En nu is de kerst voorbij. Dus ben ik definitief te laat. Dit kan ik niet meer goedmaken.

Maar weet je wat? Ik heb een paar kaartjes gekregen. En die mensen hebben mij geen kaartje gestuurd omdat ze een kaartje van mij hebben ontvangen. Deze mensen hebben mij een kaartje gestuurd omdat ze echt aan me hebben gedacht. En dat vind ik waardevol. Want dat is geloof ik waar kerst echt om gaat. Dank jullie wel. Jullie zijn lief!