20 maart 2022
Een jaar of 6 geleden kwam ik haar tegen op de Varkenmarkt, bij de Zomerfeesten. Je weet wel, de plek waar je iedereen van vroeger tegenkomt die je wel en niet wilt zien. ‘Hee Marissa!’, schreeuwt ze boven het feestgedruis uit, ‘Wat schrijf jij leuke stukjes op internet!’. Huh?
Toen blogde ik trouw iedere week. En zij vond dus dat ik dat leuk deed. ‘Zij’ is professioneel theatermaakster. Schrijfster. Dichter. Musicus. Zangeres. Iemand die van haar creativiteit haar beroep heeft gemaakt. In mijn ogen iemand die verstand heeft van dat soort dingen. En zij vindt de tijd om mijn schrijfsels te lezen?
Mind. Is. Blown.

3 jaar geleden trof ik haar weer. Dit maal bij de Kruidvat, net voorbij de kassa. ‘Hee, schrijf je nog weleens?’, vraagt ze. Bruine teddy-jas, nonchalante knot, zoontje en man in haar kielzog. Inmiddels volg ik haar carrière en ze is goed aan de weg aan het timmeren, een rijzende ster. Half star struck antwoord ik ‘Nou eeeh, niet zoveel. Ik zou het vaker moeten doen eigenlijk…’.
Intussen staan we schandalig in de weg voor het overige winkelend publiek, maar terwijl de wereld om ons heen doordraait (ons geërgerd aankijkt en half omver bonkt), gaat het langs me heen. Want deze conversatie gaan wij nu even voeren. Zelfs man en kind luisteren geduldig mee.
‘Ja’, zegt ze, ‘Je zou er echt iets mee moeten doen!’ Dat hoor ik vaker, maar nu komt het binnen. Omdat zij het zegt. Zij die in mijn ogen verstand heeft van dat soort dingen. Zij, het levende bewijs dat je er echt iets mee kunt doen. Ik voel dat ik bloos. ‘Wat leuk dat je dat zegt. Maar… wat dan? Ik weet niet eens waar ik moet beginnen. Met m’n fulltime baan en…’
‘Begin gewoon.’, onderbreekt ze me. Tja, begin gewoon. ‘Maar hoe weet ik of het goed is wat ik doe?’ Mijn leven is altijd gestoeld geweest op school en werk en cijfers, beoordelingen en resultaten. Maar niemand gaat een beoordelingsgesprek met me voeren over mijn creatieve uitspattingen.
‘Joh, ik doe ook gewoon maar wat.’, ze maakt er zo’n wegwuivend gebaar bij. Jij doet ook gewoon maar wat? En daar sta je mee in het theater? Daar baseer je je carrière op? ‘Hè?’
Mind. Is. Blown. Again.

En ik begon gewoon. Ik mocht als trouwambtenaar aan de slag. Met veel dank aan de Burgemeester van de Gemeente Molenlanden en zijn collega, aan mijn eerste bruidsparen. Ze vertrouwden me. Dus ik begon.
Met schrijven. In de tussentijd heb ik geschreven aan flarden van iets dat misschien ooit een boek zal worden. Geen idee of het echt iets wordt, maar ik begon gewoon.
Met luisteren. Bij de eerste afscheidsspeech heb ik vooral mijn hart laten spreken. Geen idee of het goed zou zijn, maar de familie vertrouwde me. Dus ik begon.

Nog steeds heb ik het gevoel dat iemand me straks komt vertellen dat het allemaal nergens op slaat wat ik doe. Omdat ik ‘maar wat doe’. Maar creativiteit laat zich niet vangen in een cijfer. Wel in de liefdevolle reacties van het bruidspaar, hun gasten, de familie die afscheid neemt, de glimlach van mijn lief die de flarden van mijn boek leest. Mijn vader die mijn moeder nu ook naar Cees Kip stuurt.
Ja, ik doe maar wat, maar blijkbaar doe ik toch ook iets goed.

En als al die mensen op me vertrouwen, misschien moet ik dan ook eens op mezelf vertrouwen.
Naast m’n baan, gezinsleven, sport en alle andere uitdagingen des levens vond ik mijn passie. Luisteren, schrijven, huwelijken voltrekken, een afscheid verzorgen, spreken, vermaken.

Dus misschien horen jullie in de toekomst nog van alles van me. Misschien ook niet.
Maar ik ben begonnen. En stoppen zit er niet meer in.