14 mei 2019
‘Anders kom je een keertje meedoen in Vuren?’ Het bootcamp clubske in Arkel ging niet door, maar m’n kleding zat nog steeds te strak, dus ik moest wat. Vuren? Da’s best een stukkie rijden. Dinsdagavond? Nee, dat komt niet goed uit. Vrijdag? Nee, eigenlijk ook niet. Kortom, Harmsen had smoesjes genoeg.

‘Kleine, zo ver is Vuren niet. Als jij wilt gaan bootcampen, dan moet je dat lekker doen.’ Wat manlief eigenlijk bedoelde was: ‘Ga alsjeblieft sporten, luie drol. Hopelijk knapt je humeur er ook een beetje van op.’, want het was duidelijk dat het thuiszitten ook zijn weerslag had op mijn anders zo zonnige karakter. Ok, ik had de boodschap begrepen en trok de stoute sportschoenen aan.

Enkele jaren geleden had ik ook een sportieve vlaag van verstandsverbijstering. Ik bootcampte trouw iedere week, waarbij ik ook trouw iedere week de dood minimaal 3x in de ogen zag. Zelfs na meer dan een jaar kon ik de groep niet bijhouden. Hoe hard ik ook mijn best deed, ik bleef er maar achteraan hobbelen met mijn tong op de knieën. Na een uur bleek ik het toch ook die keer weer overleefd te hebben en na afloop waste ik de bijna-dood-ervaringen van me af onder een dampende douche.

Strijdvaardig, en me bewust van mijn uitdagingen op sportief gebied (Lees: ik ben meer gemaakt voor slapen), zette ik de barre tocht in naar Vuren. Daar bleek een idyllisch groen veldje verscholen te liggen tussen hoge bomen achter de dijk. Da’s prettig, want dan is de lokale bevolking in ieder geval geen getuige van mijn aan epilepsie grenzende talent voor beweging.

Het begon meteen goed. Opwarmen met een rondje hardlopen. Hardlopen is de hel. Ik heb flashbacks van het groepje dat op me wacht en weer doorrent precies als ik ze paars aangelopen heb ingehaald. Maar vooruit, dit rondje was te overzien. Verder warmden we op met een spelletje met pionnetjes. Hoe vaak doe je dat nou nog na de basisschool? Daarna een circuitje met oefeningen waarbij het hele lichaam aan bod kwam. De krijger kwam in me los bij het boxen. De buikspieroefeningen koste nog wat moeite na de operatie. Opdrukken heb ik nooit gekund en vandaag was geen uitzondering. Tot slot het liedje ‘Sally Up’. Bij ‘Up’ mochten we staan, bij ‘Down’ moesten we in de squad blijven. Au… Au… Au… Nooit geweten dat dat liedje anderhalf uur duurt.

De torenklok sloeg, het uur vol afwisseling was voorbij gevlogen. In de auto terug verwerkte ik wat er zojuist gebeurd was. Mijn lijf had nog een lange weg te gaan om te herstellen en weer fit te worden. Het buikje moest een stuk strakker om weer blij te zijn in mijn eigen lichaam. Maar ik had het gedaan. Stiekem keek ik uit naar de spierpijn die de dagen erop zou volgen. Naar het teken dat er iets aan het gebeuren was met die overtollige calorieën. En het allerbelangrijkste, ik vond het nog leuk ook!

Manlief had gelijk, sporten is inderdaad goed voor m’n humeur. Op naar de dampende douche!
#jemoetwelwillen