2 oktober 2012.
Ik vond katten echt helemaal niets. Was altijd meer een hondenmens. Totdat dit mutsje haar intrede deed. Een tweedehands kat van het internet, geboren in Siberië, heet Zaznoba met nog 2 namen erachteraan die ik echt niet kan uitspreken. Ze keek me vanaf het scherm aan met een arrogante blik en ik was betoverd. Deze poes was van mij.

En toen had ik ineens een volwassen kat. Beetje vreemd. Oeps, ze sprong op de bank. Mag dat wel? Maar ze vleide zich als een klein bolletje wol spinnend tegen me aan, dus ja, blijkbaar mocht ze op de bank. De eerste weken nieste ik, had rode vlekken en traanogen. Maar ik was niet meer te redden. Ik was nu kattenmama, in hart en nieren…

En ze is een onuitstaanbaar mormel. Ze is een trutje, een zeikerdje en ze doet alleen waar ze zelf zin in heeft. Ze bepaalt zelf wel wat ze eet en wanneer ze het eet. Toen ik haar voor het eerst zag bij haar vorige mensen was ze totaal ongeïnteresseerd. Ze valt m’n voeten aan in bed, ze springt ’s nachts op me omdat ze wil kroelen, of omdat ze wil drinken. Uit de kraan. In het bad. Ze heeft ongeveer 8 eigen kussentjes , dekentjes en 2 krabpalen, maar ze ligt het liefst op de bank, het bed, in het wasgoed of in mijn kledingkast als die per ongeluk nog open staat. Ze loopt over het toetsenbord heen (en creëert zo nieuwe woorden). Ze bijt in de bloemen die op tafel staan en ze ligt precies waar je wilt gaan zitten.

Sinds 3 jaar kan ik geen deur meer dichtdoen in huis, want dat wil mevrouw niet en dan krabbelt ze zich bijna een weg door de deur heen. Als ik het bad vol laat lopen springt ze erin en spettert de boel onder. Het huis ligt vol met pluizen, want volgens mij is ze chronisch in de rui. Ze geeft me kopjes en bijt daarbij enthousiast in m’n neus (en geloof me, dat doet zeer!). Ze zit altijd lekker op mijn schoot en kneedt daarbij met haar scherpe nageltjes in m’n buik of m’n been. ’s Nachts lig ik in een onnatuurlijke houding omdat ze zo lekker tegen me aan ligt te slapen. Als ik thuis kom met een volle boodschappentas struikel ik bijna over haar, want ze staat altijd precies waar ik m’n voet neer wil zetten.

Geen doos of tas is veilig, want er moet ingeklommen worden. Als ik me verdrietig voel, blijft ze haar neusje tegen die van mij duwen, tot ze m’n volledige aandacht heeft en ze spinnend haar plekje heeft gevonden. Ze is irritant en een diva, met een onweerstaanbaar snoetje en een klein wit scheef plekje links van haar neusje.

Maar zij is ook de reden dat ik op vakantie altijd weer graag in het vliegtuig naar huis stap. Dat ik na een zware werkdag met een glimlach de sleutel in de voordeur steek. Want als ik de deur open doe staat ze me zachtjes miauwend op te wachten. Waarna we eerst even saampjes kroelen op de bank. Ze is de allerliefste en de allermooiste, een cadeautje dat zomaar op m’n pad is gekomen. En bovenal, ze maakt van mijn huis een thuis.