27 februari 2019

Beddengoed is maar eigenwijs spul. ‘Hoezo’, vraag je je af? Nou, dan heb je duidelijk mijn beddengoed nog nooit ontmoet. Echt waar, mijn beddengoed doet precies wat het zelf wil. Het leidt gewoon een eigen leven.

Het zit namelijk zo. Ik stop het in de was, meestal binnenstebuiten. Dat is namelijk makkelijk als ik daarna het bed weer op moet maken. Maar het komt er altijd weer andersom uit. Ik vind dat knap. Voor mij is het namelijk best een heisa om het dekbedovertrek binnenstebuiten te keren. Maar voor mijn wasmachine is het een fluitje van een cent. Wat ook een fluitje van een cent is; Mijn dekbedovertrek eet de kussenslopen op tijdens het wassen. En die stopt ie dan als een soort hamster precies in het puntje. Inmiddels kan ik de boosaardige werkwijzen van mijn beddengoed aardig doorgronden, dus ik weet waar ik moet zoeken. Wat helaas niet voorkomt dat ik met mijn niet al te flinke postuur in die enorme klamme lap moet klimmen om de kussenslopen eruit te vissen. En op de een of andere manier lijkt dat overtrek dan ook ineens meer dan vier punten te hebben. Ik hoor mijn beddengoed bijna hardop lachen.
Eenmaal alle kussenslopen verzameld mik ik de hele boel in de droger, waarin het zich tot een soort grote kauwgombal vormt waarvan de buitenkant droog wordt en de binnenkant nat blijft. Ik heb weleens van die droger ballen geprobeerd. Maar ook die is mijn beddengoed te slim af. In plaats van zacht fluffy beddengoed, worden de ballen opgenomen in die klamme kauwgombal alsof het niets is.

Nog een persoonlijke frustratie; Sokken. Er is al veel over gezegd en geschreven, dus ik doe ook nog maar een duit in het zakje. Mijn sokken hebben in de wasmachine (of de droger, daar ben ik nog niet helemaal uit) een parallelle wereld ontdekt en zo nu en dan ontsnapt er daar eentje naartoe. Ik weet niet zo goed wat ik mijn sokken aandoe waardoor ze de behoefte hebben om aan me te ontsnappen, maar ze komen nooit meer terug als ze eenmaal gene zijde hebben bereikt. In het begin dacht ik nog dat ik de sokken zelf kwijtraakte. Ik begon danig aan mezelf te twijfelen en ik vermoed dan ook een vooropgezet plan. Een complot. Mijn sokken zijn al net zo kwaadaardig als mijn beddengoed.

Maar sinds een jaar of 2 bewaar ik de eenlingen die ik in de was tegenkom. En iedere wasbeurt check ik of er overgebleven sokken zijn die ik kan matchen. ‘Er moet toch een moment zijn waarop de andere tevoorschijn komt’, dacht ik. Maar niets is minder waar. De stapel verstekelingen groeit en groeit. En de hoeveelheid sokken slinkt. Dat levert eenzame poezen, hondjes en Minnie Mousejes op.

Gelukkig heeft het eigenwijze beddengoed de parallelle wereld nooit ontdekt, dus tot nu toe zijn alle kussenslopen boven water gekomen. Wel zoekt er af en toe een sok zijn heil in een kussensloop of dekbedovertrek. Die heeft dan blijkbaar een verkeerde afslag genomen, maar die stoute rakker vind ik dan weer terug en match ik met een eenling van de verstekelingenstapel. Lekker puh.

En ik kan dus intens van zo’n moment genieten.
‘Marissa 1, eigenwijs beddengoed 0’, denk ik dan. Yes!