10 mei 2015
We gaan al een hele tijd terug, Wendy en ik. Vroeger kwam ze ´s avonds bij ons thuis en nam ze haar eigen spulletjes mee. Tegenwoordig kom ik naar haar toe, naar haar en haar spulletjes. Ik kon altijd op haar vertrouwen, wat voor raar idee ik ook had. Soms had zij een leuk of spannend idee. Daar was ik meestal wel voor in en het pakte eigenlijk altijd goed uit.

Ik hoefde maar te bellen en ze stond voor me klaar. Behalve als ze vakantie had, dan moest ik het een paar weken zonder haar doen. Hoewel ik haar natuurlijk haar vakantie gun, was dat wel crisis. Moet ik met haar afspreken voordat ze weggaat? Of meteen als ze weer terug is? Een lastig dilemma, want… Heb ik binnenkort een bruiloft, of belangrijk gesprek? Hoe zie ik er uit? Hoe staat het met de financiën? Waar wil ik naartoe op de langere termijn? Nee, onze band kun je niet te licht opvatten.

Maar hoewel Wendy altijd de enige is geweest voor mij, ben ik nooit de enige voor Wendy. Daar heb ik nooit een probleem van gemaakt, ik accepteer dat het zo werkt. Als ze geen tijd voor me heeft, dan wacht ik gewoon een weekje. Soms zelf twee. Het gaat namelijk om de tijd die we wel met elkaar doorbrengen. Want als we samen zijn, dan richt ze al haar aandacht op mij. Dan luistert ze naar me, kijken we plaatjes, geeft ze me advies, maken we samen een plannetje en gaat ze aan de slag. Ik ben altijd weer blij als ik bij haar ben geweest. Dan reken ik af en ik kan er weer even tegenaan. En dan gaat ze naar de volgende gelukkige. Zo gaat dat met Wendy.

Maar de laatste tijd merk ik dat ze steeds minder tijd voor me heeft. Ik belde haar en ze had pas over negen weken tijd voor me. Terwijl ik er nu al aan toe was om haar te zien. Er ging plotseling een steek van jaloezie door me heen. Leuk dat jij met anderen zo’n zelfde band deelt, Wendy, maar verplaats je eens in mij. Ik heb ook gevoelens. Ik heb ook behoeftes. ‘Maar misschien kan iemand anders je helpen?’, stelde Wendy voor. Ik wist niet of ik daar wel een prettig gevoel bij had. Ik ken Wendy en Wendy kent mij. Ik vertrouw Wendy. Wendy en ik weten wat we aan elkaar hebben. Wendy weet wat ik prettig vind en ze is mijn gezeur gewend, zelfs als ze bezig is. Ik weet niet of een ander mij wel aankan. Of ik een ander wel zo in vertrouwen kan nemen. Maar Wendy was ervan overtuigd dat Miranda mij net zo goed kon helpen als zijzelf. En Miranda had over drie weken al tijd. Ik was een beetje overdonderd. Nu kende ik Miranda wel een beetje, maar om nou meteen door haar… Maargoed, ik had binnenkort een bruiloft, en ik kon echt niet meer. Ik moest iemand zien. Dan maar Miranda. ‘Maar Wendy, ben jij er dan wel bij? Dat je een beetje in de gaten kan houden wat ze allemaal me doet?’ Wendy zou een oogje in het zeil houden.

Dus gisteren was het zover. Ik ging zitten, liet mijn plaatjes zien, Miranda en ik maakten een plannetje en ze ging aan de slag. Miranda leek mij bijna net zo goed aan te voelen als Wendy. Goh, nooit geweten dat dit kon met een ander. Ondertussen was Wendy naast ons met iemand anders bezig en keek ze af en toe met ons mee. Op een gegeven moment friemelden ze zelfs allebei tegelijk een beetje aan mijn haar. Na een behandeling van een uurtje of twee, voelde ik me weer als nieuw. Ik rekende af en liep tevreden glimlachend naar buiten.

Zo, mijn haar is weer helemaal hip geknipt en gekleurd. Fijn dat ik nu ook bij Miranda terecht kan, als Wendy vakantie heeft. Of nu heel Gorinchem heeft ontdekt wat voor topkapster mijn Wendy is. Als Gorinchem maar wel van mijn Miranda afblijft. Want Miranda is nu van mij als Wendy niet kan.
Nouja, voor eventjes van mij dan.

Miranda´s creatie.

Miranda´s creatie.