30 maart 2015
Toen stonden we weer met beide benen op de grond. Letterlijk en figuurlijk. Nog nooit heb ik zo’n dubbel gevoel gehad bij een vakantie. New York was een droom. We hebben een week door de stad gezweefd en er alles uitgehaald wat erin zat. Genoten, gekeken, gegeten, gevaren, gefietst, gelopen en gelachen.
Maar ook wij werden dinsdag opgeschrikt door de neergestorte Germanwings Airbus. Toen in Amerika meteen werd gespeculeerd over een terroristische daad, dacht ik nog; ‘Ja dahaaag, alles is hier meteen een terroristische aanslag’, bleken ze daar woensdag niet eens zo ver naast te zitten. Zo angstaanjagend, zo oneerlijk, zo nutteloos en triviaal.

De vorige keer dat ik in New York was, werd ik ook met dat gevoel geconfronteerd. 5 Jaar geleden was Ground Zero een grote bouwput. Een gat in de grond waar de bouw van het nieuwe WTC voorzichtig begon. Er was een tijdelijke herdenkingsplaats in een smal steegje: een koperen plaquette met daarop de brandende torens en de beeltenis van een aantal brandweerlieden. Rauw. Niets aan de verbeelding overlatend. Eronder een kindertekening van een brandweerman met de tekst ‘I love you, Papa Mike’. Mensen maakten er foto’s van. Het maakte me boos. Dit intieme, persoonlijke verdriet was niet iets om op de foto te zetten.

Wekenlang heb ik hier ’s nachts aan gedacht. Papa Mike is vast een toren in gerend met als doel levens te redden. De mensen boven de inslag hebben naar beneden gekeken, hopend dat Papa Mike hen kwam redden. Sommigen namen het heft in eigen hand en zweefden als veertjes de stoep tegemoet. Papa Mike moet de dood in de ogen hebben gekeken maar gaf niet op. In het Amerikaans heet een brandweerman dan ook een Fire Fighter. Ik houd van die Amerikaanse beeldspraak. In Amerika heb je ook geen kanker gehad, maar ben je een Cancer Survivor.

Het moet gruwelijk het zijn om minutenlang in doodsangst te leven. Te weten dat je je geliefden nooit meer zult zien. Ultieme wanhoop. Geen uitweg uit dat stomme vliegtuig, geen keuze meer, alleen de keuze om te berusten. Of niet. Het voelt nogal lullig dat ik hier van wakker lig, prinsesje op de erwt als ik ben. Maar ’s nachts wakker liggen is wel het minste dat ik kan doen.

Toen moesten we het vliegtuig in. De droomvakantie was voorbij, nu alleen nog even naar huis. Dat zullen de passagiers vanuit Barcelona ook gedacht hebben. En daarom was voor mij was deze vlucht ook niet ‘even naar huis’. De terugvlucht duurde maar 5,5 uur, extreem snel voor JFK-Schiphol. Maar het was mijn langste vlucht ooit. Niet vanwege het huilende kindje naast, of de irritante Russen voor ons. Elke draai, turbulentie, iedere beweging van het vliegtuig was verdacht. Slapen was geen optie.

Bij de landing voelde ik me opgelucht en schuldig tegelijk. Het had namelijk net zo goed ons vliegtuig kunnen zijn. Sterker nog, in 2013 heeft een piloot vlak na vertrek uit New York opzettelijk zijn vliegtuig in de Atlantische oceaan geparkeerd. En dat las ik net na ons vertrek in de gratis Telegraaf die KLM zo vriendelijk ter beschikking had gesteld. Dankjewel, KLM!

Ja, de droom is over, maar de nachtmerrie nog lang niet. Alleen word ik ’s ochtends weer wakker om mijn dromen na te kunnen jagen. Zij niet meer.

Het spijt me dat mensen elkaar dit aandoen.