22 februari 2015
Er zijn 2 soorten mensen. 1. Zij die zeggen: ‘Ik heb zo’n dorst!’ en 2. zij die zeggen: ‘Mag ik een glas water?’ De één roept een losse flodder, de ander krijgt misschien zijn water wel. Hoewel manier 2 effectiever is, moet je eens opletten hoe vaak we op manier 1 communiceren. Hoe vaak we maar iets roepen in de hoop dat de ander dan ruikt wat we bedoelen. Hoe vaak we niet eens zeggen wat we willen, maar zuchten of met onze ogen rollen.
Dit valt me bijvoorbeeld op in drukke winkels. Iemand wil er langs, maar heeft geen idee hoe dat aan te pakken en wordt steeds ongeduldiger. Soms lopen ze om. Soms duwen ze geïrriteerd je wagentje opzij. Soms duwen ze jou opzij. En soms wurmen ze zich ‘subtiel’ tussen jou en het schap door, in de hoop dat je je niet omdraait, want dan betrap je hen op hun wurm-gedrag en dat is ongemakkelijk.

Laatst stonden we bij de balie van het restaurant te wachten tot de dame ons tafeltje wees, toen zich plotseling een wurmster van middelbare leeftijd aan me opdrong. Terwijl ik met ons clubje in gesprek was, wurmde ze zich een weg tussen mij en de balie, waarbij ze mijn arm per ongeluk wegduwde. Ondertussen vroeg haar gezelschap waar ze bleef, waarop zij uitriep: ‘Ja ik kom, maar ik kan er niet door!’ Een zin die een tsunami aan wanhoop en frustratie herbergde.
Ik hoorde haar bijna denken ‘…want er staat een kleine pratende trol in de weg! Kan die trut niet zien dat ik er langs moet?!’ Dat kon ik dus niet, want ze benaderde me van achteren en daar heb ik geen ogen. Nu snap ik haar wel, ik word ook pissig als mensen precies voor de winkeldeur uitgebreid het weekend doornemen. Of middenin het gangpad met 3 dwarse winkelwagentjes bespreken dat kleine Jip deze week zijn luier maar niet voldoet en of een chiazaad-dieet zou helpen.

Maar ik besefte dat ik gewoon op een logische plek stond. Er waren alleen veel mensen en weinig ruimte. Dus ik draaide om en zei: ‘U kunt ook gewoon even vragen of u er langs mag, mevrouw.’ Waarop de wurmster me stomverbaasd aankeek en haar gezelschap in lachen uitbarstte. Ik zeg; 1-0 voor de kleine pratende trol.

Ik leerde de wurmster de les die de wijze M.J. me al lang geleden leerde; “Als je niet zegt wat je wilt, dan krijg je wat anders.” Recentelijk is bij mij het kwartje gevallen dat, hoe simpel deze wijsheid ook lijkt, het wel hout snijdt. Soms is het spannend om aan te geven dat je iets anders wilt dan de status quo. Maar een respectvol gestelde vraag kan bijna niet verkeerd vallen. Hoe vaker ik het toepas, hoe beter het bevalt. Van ‘Lieverd, wil je m’n sloffen meenemen?’ tot ‘Mag ik er misschien even langs?’ en ‘Manager, ik ben klaar voor meer verantwoordelijkheid, mag ik dit project coördineren?’ of ‘Klant, wat heeft u van mij nodig om onze offerte succesvol te laten zijn?’.
Het zal je verbazen, maar niemand heeft gebeten, geslagen of gemopperd en ik heb nog steeds mijn baan. Sterker nog; Sinds lange tijd voel ik me nu erg tevreden, zowel zakelijk als privé. En da’s fijn joh!

Heldere communicatie levert altijd iets op. Duidelijkheid, begrip, misschien zelfs hetgeen je vraagt.
En je zult niet alles krijgen wat je wilt, maar als je het niet vraagt is het antwoord altijd nee.