5 oktober 2014
Gisteravond hadden we weer een befaamd uitje van mijn werk. Dit keer een kookworkshop bij een chique tent in Heusden. Mèt partner! En *hatsjoe* da’s best een dingetje. Twee werelden die elkaar kruisen is altijd even wennen. Ineens word je je bewust van je eigenaardigheden thuis, die je op je werk nog aardig weet te onderdrukken en die je partner hopelijk niet aansnijdt. Maar ook ben je je *hatsjie* ineens bewust van de irritante gewoontes van je partner in gezelschap (persoonlijk heb ik een hele leuke vriend, dus daar heb ik geen last van, maar ik heb collega’s gezien…). En kom je erachter dat je samen met collega’s een hardwerkend maar vreemd clubje vormt waarbinnen op het werk *hatsjoe* de regels duidelijk zijn, maar die eenmaal uit dat kantoor nergens op slaan. En die onderonsjes zijn met geen mogelijkheid uit te leggen aan je partner (schaam).

Nu ben ik al geen keukenprinses in mijn eigen keuken, laat staan in een professionele keuken. Daarom was ik huiverig voor deze avond *hatsjie*. Leuk doen voor je partner, leuk doen voor je collega’s en ook nog eens koken. Ik heb nog gevraagd of ik ingedeeld kon worden in de eetploeg, maar helaas, ik moest er ook aan geloven. En als je dan toch met z’n allen met eten bezig bent *hatsjoe* dan hoop je natuurlijk dat je niet plotseling last krijgt van een allergische reactie van god-weet-waarvan waardoor de je je hele avond in allerlei bochten wringt *hatsjie* om maar niet boven andermans eten of in iemand gezicht te snotteren, in het bijzonder in dat van de directeur *hatsjoe*. Uiteraard heb ik uitgerekend vanavond 2 pakjes zakdoekjes weg zitten snotteren en ontelbaar keer geniesd. Niet prettig, onsmakelijk en niet *hatsjie* bevorderlijk voor de structuur in mijn verhaal, of mijn carrière.

Nu waren we gelukkig met zo’n grote groep dat we per persoon maar ongeveer *hatsjoe* 10 minuten in de keuken hebben gestaan en verder aan tafel gezeten, waardoor vooral Niels mijn genies heeft opgevangen. Eerst kwam het brood met kruidenboter en nog een of andere tapenade. Heerlijk! Maar ik heb geleerd dat je daar niet te veel van moet eten, anders *hatsjie* lust je het toetje niet meer. Daarna een cocktail van rivierkreeftjes en tonijn. Niet te groot, want er moet natuurlijk * hatsjie* ruimte blijven voor het toetje. Een tussengerecht met zalm, groenten en een botersausje in aluminiumfolie. Ook erg lekker, en weer goed geportioneerd met als doel: het toetje. En het hoofdgerecht, een klein beetje lam met aardappelpuree en * hatsjoe* paddenstoelenprutje. Ok, het lammetje is er grotendeels overheen gesprongen, maar dat gaf niet, nu had ik tenminste een gaatje over voor het toetje.

Zo, eerst maar even naar buiten. Uitbuiken voordat het toetje straks komt. Maar wacht, ik zie daar koffie! Dat betekent vast het toetje eraan komt. Terug bij de tafel staan er 4 minuscule bakjes chocolademousse. Zonder lepeltjes. Kijk, *hatsjie* dat zal het voorproefje van het toetje zijn! Er komen geen lepeltjes, dus ik lepel het kleine bakje maar leeg met het lepeltje van m´n cappuccino. Zo, dat was lekker. Kom maar op de met rest. Maar ineens gaan er al mensen naar huis. Naar huis? En het toetje dan? *hatsjoe* Dat minuscule bakje was blijkbaar het toetje. Als ik dat had geweten had ik kleinere hapjes genomen. En het schaaltje uitgelikt. Met recht een toet-je. Zeker geen toet.

‘Vergeet je bij het naar huis gaan niet om zo’n glazen fles mee te nemen?’ Nee hoor, als het gratis is…

Eenmaal in de auto bekijken we ons afscheidscadeau. ‘Cake in glas’, oftewel de ingrediënten om zelf cakejes te maken. Aah, zie je wel. Toch een toetje! En toch zelf koken. Ironisch. *hatsjie*