20 september 2014
Wie houdt er niet van koken en taarten bakken? Heerlijk. Gezellig samen koken in het weekend. Wijntje erbij. Lekker een beetje deeg kneden en muffinvormpjes vullen.
Nou, ik moet er niets van hebben. Ik houd meer van eten. Maar ik schijn dus de enige in Nederland te zijn die het niet prettig vindt om mijn zaterdag boven een pan suddervlees, sushi-rollend, fondant-strijkend, of bak-blikkend door te brengen. Dat hele culinaire verantwoorde hoeft van mij niet zo. Eten moet lekker zijn. Dat het er dan ook nog leuk uitziet is mooi meegenomen.

Maargoed, heel Nederland schijnt dus enorrrrm van koken en bakken te houden en half Nederland schijnt dat op tv te willen doen. De andere helft kijkt. ‘In het dagelijks leven ben ik 2e hands autoverkoper, maar koken is mijn echte passie’, aldus Armando uit Veghel, ‘Ik zou keigraag van mijn passie mijn beroep maken.’ Nou Armando, volgens mij wil je dat niet. Volgens mij heb jij helemaal geen zin om precies te koken wat iemand heeft besteld, 14x achter elkaar. Volgens mij heb jij helemaal geen zin om ’s avonds met de kerst te werken en daarna de keuken te schrobben. Of dagelijks om 5 uur op te staan om je cupcakes op tijd af te hebben. Maar ik kan het mis hebben hoor.

Hoe het ook zij, je kunt al jaren de tv niet aanzetten zonder iemand te zien met een pan of een bakblik voor z’n snufferd. In al die programma’s worden de mooiste verfijnde schilderijtjes op het bord gepresenteerd. Of spectaculaire pronkstukken van taarten met roterende onderdelen in de vorm van een dinosaurus, of het Kremlin. Daar wordt heel gewichtig en interessant over gedaan. Woorden als smaakexplosie en zoet-bitter-balans passeren de revue, en Nederland knikt mee alsof we er ineens allemaal verstand van hebben. Nee, naast koken, heb ik het ook niet op kooktelevisie.

Totdat ik vorige week de Boer Zoekt Vrouw onder de kookprogramma’s trof: Heel Holland Bakt, zondagavond op omroep Max. Kneutertelevie ten top. Gepresenteerd door de nuchtere Martine -u moet de groeten van Hak hebben- Bijl, met haar gezellige blonde krullen en nuchtere commentaar. Geen hele grote borden met een heel klein prutje middenin. Geen hysterische bouwwerken met vlammen en suikerrasters. Nee, gewoon eten. Gewoon taart. Of tompoezen ofzo. En dan merken de gepassioneerde deelnemers dat goed kunnen bakken niet voor iedereen is weggelegd. En dat ziet Martine Bijl ook. ‘Goh, het lijken meer saucijzenbroodjes’, ‘Wat een slagveld, hè’, ‘Zou meneer Tom Poes het zo bedoeld hebben, denk je?’, ‘Nou, misschien smaakt het beter dan dat het eruitziet hè, laten we het hopen’. En als Martine het zegt, klinkt het lang niet zo vilein, maar dat is het natuurlijk stiekem wel. Je begrijpt, ik mag die Martine wel.

Verder geen poespas. Er staan kandidaten te bakken in een tent en dan wordt het geproefd. Het allermooiste vind ik dat het ook weleens faliekant mislukt. En dat wordt prachtig geportretteerd zonder er doekjes omheen te winden. Ik wist niet dat er zoveel fout kon gaan met een tompoes. Het glazuur was meer jam, het deeg niet krokant, de room te slap. Je ziet volwassen mensen met tranen in hun ogen vloeken en tieren tegen de oven omdat hun merengue niet goed rijst. Met rode koontjes, verwilderd haar en klodders in hun gezicht presenteren de bakkers hun (mis)baksel aan de jury. Ja, dit was jouw passie, toch? Geen interessante woorden, maar gewoon: lijkt het op een tompoes en smaakt het als een tompoes, dan is het een tompoes. En dat was de opdracht, dus dan is het goed. Maar er waren maar weinig baksels die aan die criteria voldeden. Dan blijkt maar weer dat koken en bakken een vak apart is.

Ja, heel Holland bakt. Maar niet iedereen kan het.