8 september 2014
Soms kom je op een punt in je carrière waarop je je afvraagt of je wel blij moet zijn dat je dat punt bereikt hebt. Dat je denkt; Heb ik hier nu al die moeite voor gedaan? Bloed, zweet en tranen heb ik geïnvesteerd, ik dacht dat ik lekker aan de weg aan het timmeren was. En dan overkomt je zoiets! Nu staat mijn schrijverscarrière (voor zover je daar al over kan spreken) nog in de kinderschoenen, toch heb ik al zo’n punt bereikt. En waarschijnlijk wist jij al lang dat ik dit punt bereikt had, maar voor mij kwam het besef als een flinke schok.

Op mijn website kan ik niet zien hoe vaak, door wie, waar en wanneer de blogs gelezen worden. Nouja, dat kan vast wel ergens, maar ik heb geen idee hoe en ik ben te lui om dat uit te zoeken. Als ik alleen op het aantal reacties en likes af ga op Facebook dan is mijn gevolg niet spectaculair. Wel hoor ik dat mijn collega’s en kennissen regelmatig een blogje meepikken en mijn moeder draagt haar complete vriendenkring op om mijn blogs bij te houden. Alleen die mensen ken ik, dus dat kan nog uit medelijden zijn. Leuk was het toen ik laatst een vreemde persoon aan de lijn had op mijn werk die aangaf mijn blog te volgen (‘Ik herken je naam, wat leuk dat ik je persoonlijk spreek!’, ‘Eeeh hihi, ja dankje…’). En mijn broer is recentelijk op z’n werk (in Tilburg!) verteld dat zijn zusje leuk blogt. Nu schrijf ik vooral omdat ik het zelf leuk vind, maar stiekem is het prettig om te merken dat er blijkbaar mensen zijn die ik niet emotioneel kan chanteren, die toch gezellig meelezen.

Dat maakt me wel benieuwd naar wat mensen er dan leuk aan vinden. Waar lach je om? Waar herken je je in? Leest er ook een uitgever of iemand anders mee die er iets nuttigs mee kan? En wanneer lees je het dan? Ik hoop niet in de auto… Maar ik kan me zo voorstellen dat ik prima pas in het reclameblok tussen GTST door. Of dat ik je gezelschap houd in de wachtkamer bij de dokter, of als je op de trein wacht… Misschien ben ik wel bij je als je vriendin kleding aan het passen is. Misschien heb ik de eer je saaie familiebezoek op te fleuren. Of misschien bezorg ik je een glimlach tijdens je lunchpauze.

Ja, nu ik er zo over nadenk maak ik volgens mij kleine autobiografische lectuur-snacks die overal tussendoor kunnen. Ik maak dus eigenlijk Breakers (van die zakjes yoghurt met sabbeltuutje), maar dan digitaal en met woorden. En ik kan je vertellen: het is me een eer om je te vergezellen op die nutteloze tijdstippen waarop je niets beters te doen hebt dan uit verveling mijn blog te lezen. Ik hoop dat ik je mentale wachttijd iets weet te verkorten en een glimlach op je gezicht weet te toveren.

Maar waar mensen voornamelijk mijn blog lezen, en daarmee kom ik terug op dat punt in je carrière dat je eigenlijk niet wilt bereiken, ontdekte ik toen ik collega M. vroeg of hij mijn nieuwe al blog gelezen had. Zijn antwoord: ‘Nee, want ik heb gisteravond niet op de wc gezeten.’
Dankjewel. Ik maak dus geen wachtkamer-snacks, maar wc-snacks. Voor tijdens de grote boodschap welteverstaan! Ieuw! Ik heb de dubieuze eer om jou gezelschap te mogen houden op het meest intieme moment van je dag. Dat ene moment voor jezelf dat je niet eens met je partner of met je kinderen deelt, daar maak je mij wel deelgenoot van.

Mooi, ik voel me vereerd! Want er zijn meer wc’s dan wachtkamers in Nederland en als ik jou later vanaf iedere wc in Nederland mag aankijken vanaf de achterflap van mijn boekje, dan heb ik het lang niet slecht gedaan!