15 juli 2014
Op 6 juli is Kleine Spruit eindelijk geboren, hoezee! Nouja eindelijk… Hij verraste ons door een paar uurtjes te vroeg te komen. Een paar uurtjes en 3 weken. En ineens was hij daar. Een hij dus, met een piemeltje. Terwijl ik eigenlijk een zij had besteld!
Maar, ook al is het dan een baby, en ook al kleurt hij niet helemaal bij ons nieuwe logeerkamertje, het is een lief ventje. En in tegenstelling tot de meeste kinderen, begint hij niet te huilen als ik hem vasthoud. Sterker nog, hij werd zelfs rustig toen ik tegen hem praatte. Dat kan natuurlijk alleen maar te verklaren zijn door puur toeval, maar wel puur toeval in mijn voordeel. Zo daar!

Door de komst van Kleine Spruit is de band tussen broerlief en mij veranderd. Ik krijg plotseling foto’s van een klein mensje doorgestuurd via de telefoon. En het gekke is, ik vind het niet eens raar. Op mijn beurt stuur ik foto’s door van onze nieuwe inrichting, en dat vindt hij dan weer niet raar. Ook onze gesprekken hebben een heel andere wending. Vroeger was ik altijd degene die het gesprek draaiende hield, want dat is nu eenmaal mijn gave. Of valkuil. Maar tegenwoordig komt broerlief ook geen gespreksstof tekort.

Zoals het een echte kersverse ouder betaamt weet ook hij namelijk niet waar de grens ligt tussen wat de buitenwereld wel en niet hoeft te weten. Als ik eerst vroeg hoe het ging, kreeg ik als antwoord: ‘Prima, druk.’ Nu krijg ik als antwoord: ‘Heel goed, hij groeit en poept geel!’
Een fractie van een seconde denk ik ‘Ieuw, waarom vertel je dat?’, maar tot mijn stomme verbazing reageer ik met ‘Oh, is geel wel goed dan?’. Waarop mijn broer zo trots als een pauw antwoord: ‘Yep!’
Kijk, ik had dus nooit kunnen denken dat ik ooit zo’n gesprek zou hebben mijn broer.
‘En hij lijkt net de paus met zijn mutsje’, ‘En hij wil alleen maar aan borsten sabbelen’, ‘En oeh niet zijn hoofdje aaien vanwege de fontanelletjes’, ‘En hij plast niet alleen in een boogje maar zo poept hij ook…’ Het verhaal van de bevalling heb ik van minuut tot minuut aangehoord. En vreemd genoeg wilde ik het weten. Oké, het duurde maar een uur van waterballet tot gehuil, maar toch.

Ondertussen zien papa en mama eruit alsof ze de Nijmeegse Vierdaagse in de benen hebben, maar zoals broerlief zegt: ‘Zolang de glimlach nog groter is dan de wallen, is het allemaal goed.’ En dat is zeker zo.
Vol trots zijn we allemaal. Op dit zondagskindje dat ons best even heeft laten schrikken. Op dat kleine mensje dat nu precies doet wat het moet doen. Slapen (overdag), huilen als hij honger heeft (’s nachts), drinken en z’n luier volmaken (wanneer het meneer uitkomt). Op de tikkie overbezorgde papa en de kranige mama die zich, onzeker als ze zijn, ontpoppen tot twee lieve zorgzame ouders die hun leven vanaf nu hun leven met liefde wijden aan de zorg voor dit kleine manneke.

En ik? Ik ben trotse tante. Ik sta er versteld van dat ik zo straal op de foto waarop ik Kleine Spruit in mijn armen heb. Maar dit is dan ook niet zo maar een baby. Dit is mijn kleine neefje, ja! En het is een Harmsen/Van den Eshof, en met die genen komt ie er wel.

Dus heb ik vanmiddag een rompertje gekocht met daarop ‘Tante’s knuffel’.
Want ik kon het gewoon niet laten! 🙂

*STRALEND!*  Tante Marissa met Kleine Spruit.

*STRALEND!*
Tante Marissa met Kleine Spruit.